De winkelwagen

Heb je jezelf ooit eens afgevraagd hoe je ervaringen zou beleven als je een voorwerp was in plaats van een mens? En zou je als voorwerp ook in staat zijn om een oordeel over de mensheid te vormen? Nou geloof me, als voorwerp maak je interessante dingen mee. Neem mij, ik ben een winkelwagen. 

Gebruikelijk sta ik in de winkel en wordt ik als drager voor de boodschappen gebruikt. In de winkel merk je bijna geen verschil tussen het winkelend publiek. De ene koopt meer dan de ander of doet er langer over, maar puntje bij paaltje geldt voor een ieder dezelfde associatie van een winkelwagen: die is er om de boodschappen in te doen! 

En wat nu als een voorwerp op een ongebruikelijke plek wordt aangetroffen. Wat is dan het effect op de mens? Ziet men nog steeds de oude associatie of gaat men op zoek naar een nieuwe betekenis voor het voorwerp? Over dit laatste kan ik uren volpraten omdat ik op zoveel bijzondere plekken ben geweest. Maar ik zal me nu beperken tot een recente ervaring in het park. 

Het was zomer en ik was per ongeluk terecht gekomen in een park. Ervan uitgaande dat niemand een nieuwe associatie zou leggen tussen park en winkelwagen besloot ik dit ongelukje te beschouwen als een snipperdagje om te genieten van het moois en de rust in het park. 

Mijn rust werd echter verstoord toen een stel naast me stopte om hun ongenoegen over de jeugd van tegenwoordig te uiten. Ze gebruikten woorden als schande en asociaal in de volle overtuiging dat het een stel jongeren was geweest die mij in het park hadden achter gelaten. Alsof ik niet voldoende ellende al hoor van het winkelend publiek die zo hoognodig in een gangpad gaan staan roddelen over de capriolen van de buren of collega’s, moest ik ook in het park verveeld worden. Maar wat ikzelf nog asocialer vond, was dat dit stel na mij een poos te hebben verveeld met hun frustratie, zij mij maar een meter opzij schoven om vervolgens doodleuk door te lopen. Hup, op naar de volgende frustratie. Goh, ik dacht dat ze hoognodig een verschil wilden maken. Voor deze mensen was ik dus duidelijk een reden om nog meer te klagen over de maatschappij. Vooruit even positief blijven, ik ben in ieder geval een meter verder. Dit stel had in ieder geval het geluk dat ze verder konden. Ik blijf even weer geduldig wachten tot de volgende voorbijganger mij een stap verder gaat helpen. 

De volgende ervaring diende zich weer snel daarna aan. Het was deze keer een moeder en kind. Deze moeder kwam aanlopen met haar zoontje die ze meteen verblijde met de opmerking dat hij lekker in de winkelwagen kon spelen. 

“Kijk Koos, een winkelwagen. Daar kunnen we leuk in gaan rijden”. 

Alsof mensen over het algemeen naar de winkel gaan om hun kinderen te vermaken. Zie je het voor je: een rij ouders bij de winkel die allen voor een euro met hun kinderen een ritje willen maken door de wondere wereld van eetbare producten. Hmm, aan de andere kant, misschien is dit wel een gat in de (super)markt. Enfin, de werkelijkheid is heel anders. Ik zie dagelijks vele moeders die zo snel mogelijk alles in de wagen willen verzamelen voordat de kinderen beginnen te drammen en huilen om snoep, koek en allerlei ongezond goeds. Of het meest gênante moment dat een kind midden in de winkel stampei gaat zitten maken omdat hij of zij niet de zin krijgt. Nee hoor, deze moeder stond daar op dat moment niet bij stil. Ik heb met haar te doen bij de volgende keer dat ze boodschappen gaat halen. De associatie van leuk rijden en serieus boodschappen doen zal haar vies tegen vallen. Succes! 

En oh jee, volgens mij heeft kleine Koos een volle luier. Hallo moeder, je kind is aan verschonen toe. Het was alsof ze mij hoorde want ze constateerde ook al heel snel dat kleine Koosje verschoond moest worden. 

“Wacht, dat kunnen we ook hier in de winkelwagen doen”. 

Maar natuurlijk, je zag het al aankomen niet? Ook dat durft ze niet in een winkel te doen. Gelukkig zijn kinderen op die leeftijd snel verveeld. Dus een reiger in de verte en kijk, Koos heeft weer belangstelling voor iets anders. 

“Kijk Koos, we gaan naar de reiger”. 

Hé hé ze zijn weg. Maar wat ik wederom niet zo pedagogisch verantwoord vond was het feit dat ze de vieze luier in mijn bak heeft laten liggen. Over een goed voorbeeld geven gesproken, ik hou mijn hart vast voor wanneer Koos ouder is. Voor deze moeder was ik een tijdelijk speeltje voor haar zoon én tevens een afvalbak. Ik hoop dat ze mij morgen weer treft als ze boodschappen gaat halen. Zou jij het prettig vinden om je vers gebakken brood te leggen in deze winkelwagen na dit verhaal? Ik bedoel maar. Dat wordt dus lachen. We gaan verder met het avontuur in het park. 

In de verte zag ik al de volgende ervaring in aantocht. Het was een meneer ergens tussen de veertig en de vijftig jaar samen met een dame, wat ik vermoed dat zij zijn vrouw is, gezien de verveelde blik in zijn ogen als hij naar haar keek. Hoezo…gemene opmerking? Wees eerlijk, hoe vaak zie mensen van die leeftijd als twee tortelduifjes door het leven huppelen? Ik bedoel maar. 

Anyway, ik was benieuwd welke ervaring ik met hun ging beleven. Een ding was vanaf het begin in ieder geval positief en dat is dat ze de vieze luier weg hadden gegooid. En natuurlijk deden ze dat niet omdat ze met mij te doen hadden. Ze hadden zelf een eigen 

belang namelijk hun zware rugtassen vervoeren. Hij duwde de kar met de rugtassen en zij liep naast hem. Ik heb nog nooit in mijn leven zo’n saaie passieloos gesprek gevolgd. Het ging letterlijk nergens over. Geen wonder dat men de term midlife crisis heeft bedacht want het is echt een crisis als je geen idee meer hebt waar je het nog met elkaar over moet hebben. En eigenlijk valt er, eerlijk gezegd, ook niks meer te vertellen, omdat de mens vanaf zijn prille volwassenheid alleen maar bezig is om carrière te maken, relaties najagen en een gezin te stichten. Dus is het veel aantrekkelijker om iemand die net komt kijken wijs te maken dat je een mens van de wereld bent dan dat je moet gaan nadenken hoe je nog interessanter kan worden voor de andere helft van je leven. Dit stel moet maar snel met elkaar gaan praten over hun toekomst. 

Na een poosje wandelen waren we bij een bospad aangekomen. Hier besloten ze de rugtassen zelf verder te dragen en mij daar achter te laten. Ik kon niet echt zeggen dat ik baalde want ik was blij om van die lui verlost te zijn. Toen was het gewoon wachten op de volgende voorbijganger die wat leuks in petto had. Wat denk je, zal ik ooit weer in de winkel belanden? Of zal mijn lot mij drijven naar bodem van een sloot net als mijn voorgangers? Maar natuurlijk heb ik het overleefd anders kon ik dit verhaal niet na vertellen. Op dit moment dien ik als dé kar bij een studentenflat. Alle klusjes doe ik. En dat is best wel dankbaar werk. Toch zal ik mijn avontuur in het park niet vergeten. Ik was die dag therapeut, pretpark en taxi. Hoeveel mensen ken jij die dat na kunnen doen?